Een Koempelsprookje

Dit Koempelsprookje is geschreven als reactie op deze column van Paul Dolhain pver centrumorganisatie Heerlen Mijn Stad op ‘Ik ben in Heerlen, wat nu?’. Lees die eerst maar even. 

Er was eens een klein stadje in het zuiden van het land. Onze lieve Heer had het stadje rijk bedeeld met waardevol gesteente in de grond onder het stadje. Iedere dag daalden de inwoners van het stadje diep in de grond af om het gesteente naar boven te halen. Ieder team had een eigen pijler waar ze het gesteente los hakten zodat het naar de oppervlakte kon worden getransporteerd.

Een groep hardwerkende koempels vormden één van de beste teams van het mijnbedrijf. Er was geen ander team dat in één dienst zoveel kolen uit hun pijler roofde dan zij. Eén van de koempels droeg echter niet zo heel veel bij aan het resultaat van het team. Hij was ook een beetje hardleers. De andere koempels noemden hem al snel het Azijnzeikertje, omdat hij overal iets over te zeuren had. Zelfs toen de koempels nieuw gereedschap kregen, waarvan later zou blijken dat het haar tijd ver veruit was, bleef het Azijnzeikertje maar zeuren dat het oude gereedschap nog goed genoeg was.

Op een dag kregen de koempels er een nieuw, veelbelovend en goed betaald teamlid bij: Koempel Sjeng uit Maastricht. Net als het Azijnzeikertje, slaagde ook koempel Sjeng er niet in om zoveel kolen uit zijn deel van het kolenfront te halen als de hardwerkende koempels. Hij kwam gewoon niet zo goed uit de verf. Wel stond koempel Sjeng altijd vooraan om te vertellen over de enorme hoeveelheid kolen die het team vandaag weer uit de grond had weten te halen. Zo werd koempel Sjeng al snel geliefd bij de leiding van het mijnbedrijf. De hardwerkende koempels wisten echter wel beter. Al snel kozen een aantal van hen ervoor om in een andere pijler te gaan werken.

Tijdens het jaarlijkse personeelsfeest van het mijnbedrijf was het geen verrassing dat het team van de hardwerkende koempels, het Azijnzeikertje en koempel Sjeng de prijs kreeg voor het team dat de grootste hoeveelheid kolen had weten te roven. Natuurlijk stond koempel Sjeng ook nu weer vooraan om de prijs in ontvangst te nemen.

In december van dat jaar ging het aantal geroofde kolen van het team plots hard naar beneden, terwijl dit het jaar ervoor juist hun beste maand was geweest. Er stond veel water in de mijn, waardoor het er nat en koud was. De hardwerkende koempels hadden er gewoon even niet zoveel zin meer in. Ze keken naar koempel Sjeng en hoopten dat hij het team deze maand op sleeptouw zou nemen, zoals zij de rest van het jaar hem op sleeptouw hadden genomen. Het gebeurde niet.

Het Azijnzeikertje vroeg zich hardop af wat er opeens met zijn team aan de hand was. Ook de leiding van het mijnbedrijf begon vragen te stellen. Koempel Sjeng antwoordde dat het inderdaad allemaal niet best was en beloofde beterschap, al wist hij nog niet precies hoe het dan beter moest. De leiding van het mijnbedrijf nam er genoegen mee. De hardwerkend koempels wisten wel beter. Het leed was geschied. Op een paar na schaarden de hardwerkende koempels zich achter het Azijnzeikertje. Deze keer had hij wel gelijk. Hoe kon het zijn dat de koempel die aan het kolenfront de laagste bijdrage had, het meest verdiende?

De hardwerkende koempels besloten het lage rendement van koempel Sjeng niet te langer te tolereren. Iedere dag dat zijn stuk van het kolenfront minder vorderde dan dat van de andere koempels, gaven ze hem een schop onder zijn kont. Net zo lang tot koempel Sjeng het begrepen had. Op een dag luisterde hij eindelijk naar de tips van de andere koempels hoe hij de kolen het beste uit de grond kon halen. Na enige tijd kwam hij zo goed uit de verf, dat de hardwerkende koempels moeite hadden om hem bij te houden.

Het Azijnzeikertje bleef hardleers en zijn rendement aan het kolenfront bleef laag. Ook bleef het Azijnzeikertje maar zeuren. Helaas veranderen ook in sprookjes sommige personages nooit. Ondanks dat, brak het team dat jaar alle records van het mijnbedrijf. De hardwerkende koempels en koempel Sjeng kregen veel waardering en leefden nog lang en gelukkig. Of het Azijnzeikertje ooit gelukkig is geworden, weet niemand.

Een reactie plaatsen

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s